Auteursrecht: Artikel 6 Auteurswet
19 februari 2024

Wanneer je software ontwikkelt of laat ontwikkelen, is het erg belangrijk dat de auteursrechten op de juiste plek komen. Als ontwikkelaar wil je misschien wel dat deze rechten niet overgaan, terwijl je als koper van software zelf de auteursrechten op het softwareproduct wenst te verkrijgen.

Opdrachtgeversauteursrecht

 Uit onze eerdere blogs blijkt dat auteursrechten niet zomaar overgaan: er gelden specifieke eisen en een logisch vereiste is dat de overdragende partij ook daadwerkelijk mag overdragen. Alleen de auteursrechthebbende kan de auteursrechten overdragen en degene die iets maakt, is in de hoofdregel de auteursrechthebbende. Op deze regel bestaan een aantal uitzonderingen. In deze blog gaan we in op de uitzondering uit artikel 6 van de Auteurswet: het auteursrecht bij een werk onder leiding en toezicht van een ander gemaakt.

De hoofdregel van het Nederlandse auteursrecht

De hoofdregel van het Nederlandse auteursrecht – artikel 4 van de Auteurswet – komt er in het kort op neer dat de persoon die een auteursrechtelijk beschermd werk creëert (een tekening, een gedicht, een softwareprogramma) automatisch als auteursrechthebbende wordt aangemerkt. Degene die de creatieve keuzes maakt, wordt dus de eigenaar van de auteursrechten. Bij professionele softwareontwikkeling – waar vaak een externe softwareontwikkelaar wordt ingezet – zou betekenen dat deze externe partij de auteursrechthebbende is. Voor een opdrachtgever is dat een ongewenste situatie.

Er bestaan echter uitzonderingen op de hoofdregel van artikel 4. Nu het in ons voorbeeld niet om een werknemer-werkgeverrelatie gaat en artikel 7 Auteurswet dus niet van toepassing is, richten wij onze blik nu op het zogenaamde opdrachtgeversauteursrecht.

Deze blog is onderdeel van onze driedelige reeks: bijzondere auteursrechthebbenden. Zie voor de twee andere uitzonderingen onze blogs: Werkgeversauteursrecht – Artikel 7 en Openbaarmakingsauteursrecht – Artikel 8.

Auteursrechten bij opdrachtgevers: Artikel 6 Auteurswet

In artikel 6 van de Auteurswet staat dat de persoon naar wiens ontwerp en onder wiens leiding en toezicht een auteursrechtelijk beschermd werk gemaakt wordt, als auteursrechthebbende wordt aangemerkt in plaats van de feitelijke maker(s) van het werk. Deels komt hierin de hoofdregel van artikel 4 weer naar voren – de maker van creatieve keuzes is de auteursrechthebbende, denk aan de architect die een bouwwerk ontwerpt – maar het opdrachtgeversauteursrecht gaat een stap verder: ook de creatieve keuzes van de personen die aan het werk hebben meegewerkt, komen toe aan de persoon die het ontwerp heeft gemaakt én die leiding en toezicht heeft gehad over de werkzaamheden.

Het voorbeeld, dat tijdens de totstandkoming van de Auteurswet in 1911 werd gegeven, is illustratief voor het toepassingsgebied van artikel 6 Auteurswet: “de schilderstukken zoals b.v. Rubens vaak door leerlingen naar zijne schets-ontwerpen en onder zijne leiding schilderen liet”.

In opdracht gemaakte software

De uitzondering van artikel 6 Auteurswet lijkt de ideale uitkomst te zijn voor in opdracht gemaakte software: de opdrachtgever geeft immers een (functioneel) ontwerp van de software, betaalt het bedrijf voor de bestede uren en bepaalt in grote lijnen wanneer de werkzaamheden afgerond moeten zijn. Bovendien geeft een opdrachtgever tussentijds feedback en stuurt deze eventueel op bepaalde punten bij. Veel wijst erop dat de opdrachtgever leiding en toezicht geeft aan het ontwikkelproces.

Auteurswet De IT-Jurist

Duidelijke afspraken nodig

De realiteit is echter anders. De uitzondering van artikel 6 Auteurswet wordt namelijk bijna nooit toegepast en dat is bij de ontwikkeling van software niet anders. Er worden namelijk zeer hoge eisen gesteld aan de vereiste ‘leiding en toezicht’, in het bijzonder aan de intensiteit daarvan. Hierdoor liggen de auteursrechten op in opdracht ontwikkelde software praktisch altijd bij de ontwikkelaar. Slechts het geven van een opdracht om software te ontwikkelen is niet voldoende.

Zelfs als de ontwikkeling van de software (mede) op basis van gegevens van de opdrachtgever heeft plaatsgevonden, zal de hoge drempel van ‘leiding en toezicht’ niet behaald worden. Het is dus erg belangrijk dat er duidelijke afspraken worden gemaakt over de auteursrechten als een extern bedrijf software ontwikkelt.

Het is dus onverstandig om blind te varen op de uitzonderingen van het auteursrecht. Het geven van de opdracht om software te ontwikkelen betekent nog niet dat daarmee ook de auteursrechten bij jou komen te liggen. Duidelijke afspraken vooraf voorkomen onduidelijkheden en moeilijkheden achteraf. Bovendien kun je in je afspraken rekening houden met de specifieke relatie tussen ontwikkelaar en opdrachtgever als het onderhoud en/of de ontwikkeling doorgaan na de oplevering van de software.

Advies of hulp nodig?

Heb jij recent een extern bedrijf, zzp-er of stagiair opdracht gegeven om software te ontwikkelen zonder concrete afspraken te maken over de auteursrechten? Of ben jij een softwareontwikkelaar die twijfelt over de contracten die een opdrachtgever met je wilt afsluiten?

De juristen van De IT-Jurist zijn gespecialiseerd in het opstellen en vastleggen van juridische afspraken inzake de auteursrechten. Wil je advies  over deze materie? Neem dan gerust contact op.

 

Tags

Neem contact op

Meer informatie of een afspraak maken? Bel 050-5344574 of laat hier een bericht achter via ons contactformulier.

Ook interessant om te lezen