Eigendom van de broncode
3 januari 2024

Origineel is van 19 september 2019

Je hebt software ontwikkeld of laten ontwikkelen en nu wil je die software gaan exploiteren. Van belang is dan natuurlijk of je deze wel kan én mag gaan exploiteren. Voor het antwoord op die vraag moet gekeken worden naar het intellectuele eigendom (IE) van de software. Of beter gezegd: ben je rechthebbende ten aanzien van de auteursrechten op de broncode?

Verschil tussen eigendom en intellectuele eigendom

In de praktijk wordt de broncode vaak ontworpen en/of gemaakt door werknemers of ingehuurde derden (externe bedrijven, ZZP-ers, stagiaires, etc.). Dit kan een probleem opleveren in verband met het eigendom van de broncode/software of beter gezegd de IE-rechten op de broncode. IE-rechten gedragen zich namelijk anders dan andere rechten zoals het eigendom. Als je bijvoorbeeld een boek koopt, ben je eigenaar van het object (het papier en de kaft), maar het verhaal in het boek blijft van de schrijver. Dit deel van het boek behoort tot het domein van de intellectuele eigendom (namelijk het auteursrecht). Dit recht gaat dus niet zomaar over: hiervoor gelden bijzondere regels.

Wat voor een boek geldt, geldt ook voor software. Geregeld wordt gedacht dat met het laten ontwikkelen en vervolgens kopen of overdragen van software in één keer alle rechten worden overgedragen. Dat is echter een misverstand. Hoewel je feitelijk in het bezit kan zijn van een kopie van de software – bijvoorbeeld als het programma na de oplevering en acceptatie op jouw systeem runt – zijn hiermee de intellectuele eigendomsrechten nog niet overgedragen. Zonder deze rechten mag je de software niet exploiteren, aanpassen of doorontwikkelen. Het intellectuele eigendom is een wereld op zich.

Intellectueel eigendom bepalen: de Auteurswet

Om te bepalen of een broncode jouw (intellectuele) eigendom is, moet gekeken worden naar de bepalingen in de Auteurswet. De hoofdregel is dat degene die de broncode feitelijk heeft gemaakt als maker wordt aangemerkt en daarmee rechthebbende is (lees: eigenaar), zo bepaalt artikel 4 Auteurswet. Zodoende is in beginsel de werknemer of ingehuurde derde auteursrechthebbende ten aanzien van de broncode. In de Auteurswet zijn een paar belangrijke uitzonderingen op deze hoofdregel opgenomen. Enkele uitzonderingen:

  • Artikel 6 Auteurswet: Indien de broncode is gemaakt naar het ontwerp van een ander en onder diens leiding en toezicht tot stand komt, wordt degene onder wiens opdracht de software tot stand is gekomen als opdrachtgever en dus eigenaar aangemerkt. Het leidinggeven en toezicht houden is hierbij van doorslaggevend belang: hieraan worden zeer hoge eisen gesteld. Als degene die in opdracht de software maakt enige creatieve arbeid verricht, kan geen beroep op dit artikel worden gedaan, terwijl bij de ontwikkeling van software de ontwikkelaar (opdrachtnemer) meestal op basis van algemene aanwijzingen de broncode zelf samenstelt. Deze uitzondering is dus voor broncode niet van belang.
  • Artikel 7 Auteurswet: Indien de broncode wordt gemaakt door een werknemer in uitoefening van zijn functie en waartoe hij opdracht heeft gekregen van de werkgever, dan wordt de werkgever geacht eigenaar te zijn. Ingehuurde derden als zzp’ers en stagiaires vallen hier echter niet onder!
  • Ook kan het voorkomen dat er meerdere personen hebben meegewerkt aan de totstandkoming van één broncode. Uit jurisprudentie in lijn met artikel 2 lid 2 van de Softwarerichtlijn blijkt dat deze personen dan een gezamenlijk auteursrecht hebben op de broncode.

Het is dus heel goed mogelijk dat de auteursrechten op de broncode ergens anders komen te liggen dan op voorhand door de ‘eigenaar’ werd gedacht. Dit onderstreept de noodzaak om bij de totstandkoming en doorontwikkeling van broncode goed na te denken over het intellectuele eigendom hierop.

In de praktijk gaat het vaak fout

In de praktijk wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van externe ontwikkelaars, die de vrije hand krijgen om de software te ontwerpen en in te richten, met als gevolg dat zij de auteursrechten op de software (en de broncode) verkrijgen. Als je een ontwikkelaar de opdracht geeft om software te maken, valt dit immers bijna nooit onder ‘leiding van toezicht’ van die opdrachtgever. De uitzondering uit artikel 6 Auteurswet gaat dus lang niet altijd op! Aangezien externe ontwikkelaars eveneens niet vallen onder de uitzondering van artikel 7 Auteurswet, belandt het auteursrecht op de broncode hierdoor niet bij de opdrachtgever. Dit is meestal niet de wens van de opdrachtgever.

Afspraken maken om discussie te voorkomen

Om dit te voorkomen zijn er dan ook passende en volledige afspraken noodzakelijk in de (te sluiten) overeenkomsten. Zo moeten deze afspraken zien op het eigendom van de huidige én toekomstige versies van broncode en kunnen er afspraken gemaakt over worden of de ontwikkelaar (onderdelen van) de broncode naderhand mag gebruiken. Sommige delen van de broncode worden door ontwikkelaars voor meerdere softwareprojecten gebruikt en de meeste ontwikkelaars willen niet hun auteursrechten daarop overdragen. Daarnaast zijn sommige onderdelen van de broncode open source en kunnen de auteursrechten daarop niet worden overgedragen. Ons advies is dan ook om altijd duidelijk te bepalen en te beschrijven wie welke rechten (overgedragen) krijgt en op welke softwareonderdelen de overdracht wel en niet betrekking heeft, al is het maar om latere discussies te voorkomen.

Advies of hulp nodig?

Heb je vragen over de juridische aspecten van broncodes of het regelen van overdracht van auteursrechten? Lees meer over hoe en wanneer auteursrechten op software overgedragen kunnen worden. Wil je software overdragen en wil je hulp bij het bepalen van de overdracht en het goed vastleggen hiervan? Wij zijn experts op het gebied van overdragen van software en IE-rechten. Bel of mail ons dan snel via 050 534 45 74 of info@it-jurist.nl.

Tags

Neem contact op

Meer informatie of een afspraak maken? Bel 050-5344574 of laat hier een bericht achter via ons contactformulier.

Ook interessant om te lezen