Bij softwareontwikkeling is het erg belangrijk dat de auteursrechten op de juiste plek terecht komen. Een ontwikkelaar wil misschien voorkomen dat zijn klant de auteursrechten verkrijgt, terwijl een opdrachtgever zelf de auteursrechten op het voor hem ontwikkelde product in handen wil hebben.
Openbaarmakingsauteursrecht
Voor de overdracht van auteursrechten gelden bijzondere eisen, waarvan één eis het meest voor de hand ligt: de partij die de auteursrechten overdraagt, moet ook daadwerkelijk gerechtigd zijn deze over te dragen. Alleen de auteursrechthebbende kan de auteursrechten immers overdragen en dat is als de hoofdregel de maker van de software. Op deze hoofdregel worden in de Auteurswet een aantal uitzonderingen gemaakt. In deze blog gaan we in op de uitzondering uit artikel 8 van de Auteurswet: het openbaarmakingsauteursrecht.
Artikel 4 Auteurswet
Degene die een auteursrechtelijk beschermd werk maakt (een intellectuele schepping zoals een schilderij, een roman of een softwareprogramma) wordt op grond van artikel 4 van de Auteurswet automatisch aangemerkt als auteursrechthebbende. De persoon die de creatieve keuzes maakt, is auteursrechthebbende: dat is de hoofdregel van het Nederlandse auteursrecht.
Bij bedrijfsmatige softwareontwikkeling, waarbij voor een specifiek project vaak een externe softwareontwikkelaar wordt ingeschakeld, betekent de hoofdregel dat niet de opdrachtgever maar de opdrachtnemer (de ontwikkelaar) auteursrechthebbende zou zijn. Dit is meestal niet het beoogde doel van een opdrachtgever. Voor deze situaties zijn verschillende uitzonderingen gemaakt op de hoofdregel van artikel 4. In deze blog bespreken wij het zogenaamde openbaarmakingsauteursrecht uit artikel 8 Auteurswet.
Deze blog is onderdeel van onze driedelige reeks: bijzondere auteursrechthebbenden. Zie voor de twee andere uitzonderingen onze blogs: Opdrachtgeversauteursrecht – Artikel 6 en Werkgeversauteursrecht – Artikel 7 .
Auteursrechten krijgen door openbaarmaking
Artikel 8 van de Auteurswet zorgt ervoor dat niet de feitelijke maker van een auteursrechtelijk beschermd werk de auteursrechten krijgt, maar de openbaarmakende instelling. Vooral voor freelance- of zzp-opdrachtnemers, die anoniem blijven, is deze uitzondering relevant. Het is een moeilijk leesbaar wetsartikel en luidt als volgt:
“Indien eene openbare instelling, eene vereeniging, stichting of vennootschap, een werk als van haar afkomstig openbaar maakt, zonder daarbij eenig natuurlijk persoon als maker er van te vermelden, wordt zij, tenzij bewezen wordt, dat de openbaarmaking onder de bedoelde omstandigheden onrechtmatig was, als de maker van dat werk aangemerkt.”
Voorwaarden van artikel 8 Auteurswet
Samengevat betekent deze bepaling dat een organisatie die een auteursrechtelijk beschermd werk onder eigen naam openbaar maakt, wordt aangemerkt als auteursrechthebbende in plaats van de feitelijke maker. Er bestaan hiervoor aan aantal voorwaarden:
- Het moet allereerst gaan om een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie. Hoewel ze niet specifiek in de wet genoemd worden, vallen maatschappen en vof’s hier ook onder.
- Het werk moet openbaargemaakt worden. Een belangrijk onderdeel van artikel 8 Auteurswet is dat het werk openbaargemaakt moet worden: dit houdt in dat het werk kenbaar moet zijn voor het brede publiek. Het is nog maar de vraag of het ontwikkelen van maatwerksoftware valt onder het openbaarmakingsauteursrecht: deze software wordt meestal specifiek voor een bedrijf ontwikkeld en dus niet echt openbaargemaakt.
- De openbaarmaking moet onder naam van de organisatie plaatsvinden. De kern van de uitzondering is dat een werk voor het eerst openbaargemaakt wordt onder naam van de organisatie. Als de naam van de feitelijke makers (of de organisatie die het werk heeft gemaakt) wordt genoemd, is artikel 8 niet van toepassing. Ook pseudoniemen en initialen van de maker vallen hieronder; bovendien kan de naam op (een exemplaar van) het werk zelf staan – denk aan de kaft van een boek – of in verband met de openbaarmaking worden genoemd (bijvoorbeeld tijdens promotionele activiteiten). Bij software wil een ontwikkelaar nog wel eens zijn naam ergens in de broncode verstoppen: het is nog onduidelijk of hierdoor artikel 8 Auteurswet buiten werking wordt gezet, omdat de broncode in principe niet aan het brede publiek bekendgemaakt wordt.
- De openbaarmaking moet rechtmatig zijn. Het vierde vereiste is dat ten tijde van het voltooien van het werk duidelijk was voor de feitelijke maker dat de organisatie de intentie heeft om het werk onder eigen naam openbaar te maken. Als de feitelijk maker niet op de hoogte is (of had moeten zijn) van de openbaarmaking, dan is de openbaarmaking onrechtmatig en geldt de uitzondering van artikel 8 niet.
- Er moeten geen andersluidende afspraken zijn. Afwijkende afspraken tussen de feitelijke maker en de betrokken organisatie hebben voorrang op artikel 8 Auteurswet. Zo valt open source software meestal niet onder het openbaarmakingsauteursrecht, omdat de meeste gehanteerde licenties vermelding van de werkelijke maker(s) verplichten.
Vooraf duidelijk vastleggen
Het is dus nog maar zeer de vraag in welke gevallen artikel 8 van de Auteurswet er (automatisch) voor zorgt dat de auteursrechten op software bij een opdrachtverstrekkende organisatie komen te liggen in plaats van bij de feitelijke maker. Je kunt als opdrachtgever vooraf duidelijkheid scheppen over wat allemaal van jou is en wordt, maar ook als opdrachtnemer wil je wellicht voorafgaand aan de opdracht vastleggen wie de eigenaar wordt van de ontwikkelde software. De wet geeft de ruimte om dat soort afspraken te maken, maar zorg wel dat je ze tijdig maakt en dat ze duidelijk zijn! Bekijk bovendien ook goed op welke manier de software naar buiten gebracht wordt.
Al met al is het dus onverstandig om zonder iets af te spreken software te publiceren onder de naam van je bedrijf als dit in opdracht is gemaakt door een ander bedrijf of door ZZP’ers. Duidelijke afspraken hiervoor voorkomen onduidelijkheid achteraf. Verder kent de uitzondering van artikel 8 Auteurswet veel voorwaarden en het is niet duidelijk wanneer deze uitzondering bij softwareontwikkeling kan worden toegepast. Maak daarom voordat het ontwikkeltraject begint afspraken waar de auteursrechten precies liggen.
Advies of hulp nodig?
Heb jij recent software ontwikkelt voor een bedrijf en wil dat bedrijf de software namens haarzelf openbaar maken? Of denk je met een beroep op artikel 8 Auteurswet automatisch als auteursrechthebbende aangemerkt te worden?
De juristen van De IT-Jurist zijn gespecialiseerd in het opstellen en vastleggen van juridische afspraken inzake de auteursrechten. Heb je interesse in advies over deze materie? Neem dan gerust contact op.